De reputatie van Facebook als bedrijf staat al geruime tijd flink onder druk. Een onderzoek uitgevoerd in opdracht van het magazine Fortune geeft aan dat nog maar 22 procent van de Amerikanen Facebook vertrouwt met hun persoonlijke data. Dit ligt een stuk lager dan het vertrouwen in Amazon (49 procent), Google (41 procent en Apple (39 procent). De uitkomst van een dergelijk onderzoek zou in Europa waarschijnlijk niet heel anders zijn. Hier ligt een aantal grote en kleine schandalen aan ten grondslag.
Recent werd bekend dat Facebook tieners een klein bedrag betaalt om volledige inzage te krijgen in de inhoud en data van hun telefoon, inclusief privéberichten en internetverkeer. In juni vorig jaar onthulde de New York Times dat Facebook 60 bedrijven toegang heeft gegeven tot gebruikersdata om apps te kunnen bouwen, zonder toestemming van de gebruikers. In november werd bekend dat Facebook een PR-bedrijf heeft ingehuurd om nepnieuws te verspreiden over concurrenten. Facebook ontkende, maar de banden met het bedrijf werden verbroken en het hoofd publiek beleid, Elliot Schrage, stapte op met de mededeling dat hij wel degelijk opdracht had gegeven om negatieve berichten te verspreiden. Een nogal akelige zoekfunctie maakt het mogelijk om foto’s te zoeken van vrouwen, ook al hebben die bewuste vrouwen deze afgeschermd, omdat ze er bijvoorbeeld in bikini op staan. Dit alles steekt nog schril af bij het Cambridge Analytica-schandaal waarbij data werd verzameld van 87 miljoen gebruikers om politieke campagnes te beïnvloeden.
‘We don’t deserve to serve you if Facebook can’t protect user data’
Mark Zuckerberg
Het aantal maandelijkse actieve gebruikers (MAU’s) van het platform Facebook laat in de Verenigde Staten en Europa al geruime tijd nauwelijks groei zien. In de VS wordt het platform ook wel ‘Mombook’ genoemd vanwege het feit dat er vooral oudere generaties actief zijn. Generatie Y (geboren tussen 1980-2000) en de generatie Z (geboren tussen 1995-2010) laten het platform massaal links liggen. Met name generatie Z is veel actiever op Instagram en vooral Snapchat. De groei van het platform Facebook komt vooral nog uit Azië, maar voor hoe lang nog?
Die vraag stelt Facebook zichzelf ook. De financiële topman van Facebook, David Wehner, gaf tijdens de presentatie van de laatste cijfers aan dat Facebook in de nabije toekomst geen cijfers meer gaat verstrekken per platform, maar uitsluitend nog het totaal van alle platformen bij elkaar. Het feit dat de specifieke rapportage over het platform Facebook zal worden afgeschaft kan erop duiden dat het bedrijf het vertrouwen in dat platform aan het verliezen is.
Overheden lijken ook hun vertrouwen in het bedrijf te verliezen. Maandag noemde een Britse parlementaire commissie het bedrijf ‘Facebook-gangsters’ die opzettelijk privacy- en mededingingswetten overtreden. Facebook stelt winst boven privacy en neemt de risico’s daarvan voor lief. Het bedrijf acteert pas op het moment dat er een schandaal in de openbaarheid komt.
Dat Facebook uitsluitend geïnteresseerd is in de data van haar gebruikers blijkt wel uit berichten die verschenen in de New York Times dat Facebook overweegt om Facebook Messenger, WhatsApp en Instagram met elkaar te integreren. Zo zouden gebruikers makkelijk contact met elkaar kunnen onderhouden zonder dat iemand voor ieder platform een account moet aanmaken. Dat uitgangspunt klopt, maar het is er vooral op gericht om alle data van de gebruikers te bundelen en op die manier meer gerichte reclames op gebruikers af te kunnen vuren. Facebook bevestigde bij monde van Zuckerberg zelf dat dit inderdaad de richting is die het opgaat. Dat Facebook in dit verband met geen woord rept over het platform Facebook is opvallend.
Facebook ziet grote commerciële kansen voor bedrijven om gericht te adverteren en te verkopen via platformen als Instagram en WhatsApp. De vraag is of gebruikers hierop zitten te wachten en zeker de meer conservatief ingestelde generatie Z.
Op de ontwikkeling van de cijfers van Facebook valt nog niet veel aan te merken. Alhoewel de procentuele omzetgroei afneemt, evenals de groei in MAU, neemt de gemiddelde omzet per gebruiker (ARPU) in alle regio’s toe met gemiddeld 21 procent door de toename van advertentie-inkomsten.
Door de forse toename van het personeelsbestand nam de kostprijs van de omzet fors toe. Tevens gaf het bedrijf aan dat er een daling van de omzet wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2019 en een forse toename van de kosten over heel 2019 met 40 tot 50 procent door investeringen in nieuwe producten als Facebook Watch en IGTV, maar ook investeringen in cybersecurity dragen bij aan een stijging van de kosten. Facebook Watch heeft nu circa 50 miljoen gebruikers en het verwacht te groeien naar 400 miljoen gebruikers. Voor YouTube (dagelijks 1,8 miljard relatief jonge gebruikers) is dit nog niet echt een concurrent te noemen. Facebook Watch gaat zich meer richten op gebruikers in de leeftijdscategorie van 30-50 jaar.
Of de investeringen zich zullen uitbetalen, het vertrouwen in de platformen blijvend is, er geen social-media vermoeidheid optreedt en mogelijke reguleringen van overheden geen materieel effect zullen hebben is de vraag. Het lijkt er in ieder geval op dat het groeitempo bij Facebook af gaat nemen. In de waardering van het aandeel lijkt dat inmiddels wel voor een deel verwerkt.
Het vertrouwen in Facebook bij beleggers daalt namelijk ook al een tijdje. Het aandeel is de laatste maanden relatief sterk gedaald, en kost tegenwoordig nog ‘maar’ 21 keer de voor het komende jaar verwachte winst. Dat is wel eens meer geweest.